Reanimatie

Sinds 1988 ben ik in het bezit van een EHBO diploma aangevuld met reanimatie, aed, verbandleer en kinder ehbo. Jarenlang heb ik de herhalingen gevolgd, je probeert de veranderingen steeds maar bij te houden. Ik ben veel onderweg, dus moet je ook wel eens eerste hulp verlenen, wat mij dan ook regelmatig overkomt. Ik heb zelfs twee keer op één dag mijn vader gered en dan komt plots het moment dat je echt moet reanimeren. In verband met de privacy van het slachtoffer en de familie, het verhaal zonder specifieke details, maar het stukje hulpverlening.

Er staat een groepje mensen langs de kant van de weg, als wij aan komen fietsen en iemand roept: “Wie kan reanimeren??”
Er ligt een oudere man op de grond, iemand is al aan het reanimeren en er wordt beademd. Men reanimeert nog op de oude manier 15 om 2. Er wordt gevraagd of ik het kan overnemen. Mijn maat en ik staan klaar om het over te nemen en geven aan dat we op de nieuwe manier verder gaan 30 om 2. Je moet hardop tellen is je geleerd, ik vind dit lastig. Iemand staat achter mij hardop te tellen, dit is erg handig! Tijdens de reanimatie kijk ik om mij heen of er al gebeld is om een ambulance. Ik hoor dat zijn vrouw met de alarmcentrale aan het bellen is. Wij roepen nog: “Twee ambulances!!” De man begint te rochelen en naar lucht te happen. Enkele hulpverleners willen controleren of er circulatie is, maar ik wil doorgaan en geef aan dat het rispen is (kon even niet op het juiste woord komen maar het is dus gaspen). Ik zag dat de ogen “doods” stonden en er was een grijs/blauwe kleur in het gezicht.

Voor hulpverleners, of wie meer info wil over gaspen, klik hier: http://www.ikehbo.nl/reanimatie/gaspen.php

Na een aantal malen neemt mijn maat het over. Ik voel aan de arm bij de pols, deze is niet meer warm. Ik hoor sirenes en begin de jas en blouse los te maken. Ik neem het weer over. De eerste ambulance arriveert, de verpleegkundige komt met de “klapkast”, ziet mij reanimeren, geeft aan dat het goed gaat en zegt: “Ga door!” Zij trekt het t-shirt los en plakt de pads op het lichaam terwijl ik door ga met reanimeren.
Op een gegeven moment arriveert de politie en weer neemt iemand anders het over. Een politieman reanimeert een tijd, hierna een brandweerman (boer die vlakbij woont). Een tweede ambulance en politieauto arriveren. Deze politiemensen willen mij wegsturen, waarna ik aangeef dat ik aan het reanimeren ben. Dit wordt bevestigd door de andere politiemensen, waarop mijn gegevens alvast worden genoteerd voor eventuele slachtofferhulp.
Ik sla even een arm om het slachtoffer zijn vrouw, later ga ik weer reanimeren zonder de 30 om 2, de verpleegkundige geeft tussendoor met een knijpballon adem aan het slachtoffer. Tussendoor heb ik een aantal malen moeten stoppen voor het bekijken van de monitor door de verpleegkundige en het toedienen van een schok. Totaal is er drie keer een schok toegediend. Hoe lang ik bezig ben, ik weet het niet. De andere ambulancemensen dienen medicijnen toe via het been. Mijn maat en ik kijken elkaar aan, onze blikken zeggen genoeg.
De verpleegkundige vertelt ondertussen de vrouw dat het niet goed lijkt. Het slachtoffer wordt op de brancard getild en komt in de ambulance te liggen, waar men verder gaat met de hulpverlening. Daar sta je dan.
Het begint hard te regenen. We mogen schuilen bij de boer. Iemand komt ons vertellen, wat we eigenlijk wel wisten: “Het slachtoffer is overleden.”

Dubbele gevoelens, je denkt na over wat je hebt gedaan, zo heb ik het geleerd, ik heb mijn best gedaan! Helaas hoorde dit slachtoffer niet bij de 5% van overlevingskansen bij een reanimatie. Jarenlang heb je gereanimeerd op een pop, nu was het werkelijkheid!

Een dag later (19 september 2010), het lijkt wel een film, maar het is de harde werkelijkheid. Ik heb voor het eerst gereanimeerd op een mens en deze heeft het helaas niet gehaald . . . .